Vermijd gebieden met littekens, moedervlekken, striae of knobbels. Kies een deel van de huid dat over het algemeen vlak blijft tijdens je normale dagelijkse activiteiten zonder te buigen of te vouwen. Kies een plaats die ten minste 2,5 cm verwijderd is van een insuline-injectieplaats. Een alcoholdoekje is een goede manier om de huid te reinigen, maar zorg ervoor dat je geen vochtinbrengend alcoholdoekje gebruikt, omdat dit voorkomt dat de sensor goed blijft plakken. Zorg ervoor dat je je huid volledig droogt voordat je de sensor aanbrengt.
Je eerste sensor plaatsen
Volg deze stappen om je huid voor te bereiden en de sensor te plaatsen. Daarna start je de sensor met de app of reader.
1. Reinig, ontsmet en droog de achterkant van je bovenarm waar je de sensor gaat aanbrengen
2. Verwijder het deksel volledig van de sensorverpakking en schroef de dop los van de sensorapplicator
Let op: Niet gebruiken als de sensorverpakking of de sensorapplicator beschadigd lijken te zijn of al geopend zijn. Niet gebruiken als de vervaldatum is verstreken.
3. Plaats de sensorapplicator bovenop de sensorverpakking
Plaats de sensorapplicator bovenop de geopende sensorverpakking. Lijn de donkere markering op de applicator uit met de markering op de verpakking en druk stevig op de sensorapplicator totdat deze tot stilstand komt.
4. Breng de sensor aan op je vooraf gereinigde deel van de huid op de achterkant van je bovenarm
Plaats de sensorapplicator op de plaats die je hebt schoongemaakt en druk stevig naar beneden totdat de sensor op zijn plaats zit. Zorg er ten slotte voor dat dat de sensorpleister goed vast zit, druk met je vinger op de rand van de pleister.
5. Plaats de sensor op de achterkant van je bovenarm
ADC-64932 v2